Athletic Skills Model
Wat houdt het Athletic Skills Model in?
Binnen Sportconnector kijken wij vooral naar de sport theorie: Athletic Skills Model. Dit model is onderdeel van onze missie/visie en is terug te vinden ons lessenplan.
Het Athletic Skills Model wordt afgekort als ASM en is een werkwijze om mensen op te leiden tot veelzijdige bewegers, waarbij het aanpassingsvermogen en het plezier centraal staan. Alle sporten zijn te analyseren naar de grondvormen van bewegen. Deze grondvormen zijn wetenschappelijk onderbouwd door de schijf van 10! Om een veelzijdige beweger te worden moet je al deze grondvormen voldoende beheersen. Dit doe je door deze grondvormen in verschillende sporten, spellen en activiteiten te beoefenen. Denk hierbij aan het toepassen van deze vormen tijdens de gymlessen, maar ook tijdens het buitenspelen of de buitenschoolse sport!
Hoe zien deze grondvormen eruit?
| Grondvorm | Inhoud |
|---|---|
| Balanceren en vallen | Het behouden van evenwicht tijdens steunen, glijden, draaien, rijden, zweven en/of hangen. Deze vaardigheden komen onder andere voor in de sporten als turnen en judo. |
| Stoeien en vechten | Het duelleren met – en/of trekken, duwen, tillen, heffen, dragen en grijpen van materiaal of personen. Dit komt onder andere terug bij sporten als judo, boksen, voetbal en basketbal. |
| Gaan en lopen | Alle vormen van verplaatsen zoals lopen, rennen, kruipen, zwemmen, fietsen, schaatsen, skaten en (water)skiën. Bij alle fysieke sporten komt deze grondvorm terug. |
| Springen en vallen | Allerlei springvormen zoals hoogspringen, verspringen, diepspringen, steunspringen, touwtje springen of duiken. Denk hierbij aan sporten als turnen, freerunnen en atletiek. |
| Rollen duikelen en draaien | Lengte-, breedte-, en diepte-as rotaties zoals tijdens koprollen, wenden, duikelen in de rekstok of het maken van radslagen. Dit komt voornamelijk terug bij turnen en freerunnen. |
| Gooien, vangen, slaan en mikken | Het gooien van ballen, dribbelen, slaan met de racket/stick, schermen, schijnbewegen en (fijne) oog-hand coördinatie. Denk hierbij aan alle sporten met een bal, zoals korfbal, hockey, volleybal en badminton. |
| Trappen, schieten en mikken | Het passen en schieten van ballen, dribbelen, trappen/schoppen, schijnbewegen en (fijne) oog-voet coördinatie. Denk hierbij aan sporten zoals voetbal, rugby en boksen. |
| Klimmen en klauteren | Het verplaatsen over of aan objecten zoals wandklemmen, boulderen en touwklimmen. Dit zie je onder andere terug in freerunnen. |
| Zwaaien en slingeren | Met het lichaam door de ruimte slingeren aan de rekstok, polsstok of touwen. Denk hierbij onder andere aan de sport atletiek. |
| Bewegen op en het maken van muziek | Alle vormen van dans, (body)percussie, vormen van bewegen op muziek en het bespelen van een muziekinstrument. |
Voordelen van het ASM?
10/10